Le petit rhinolophe est rarissime en Europe; il n’en reste que 300 en Belgique. Deux personnes qui les recensent nous les montrent, petits losanges de quatre ou cinq centimètres bien enveloppés dans leurs ailes noires, suspendus à la roche par leurs doigts minuscules. « Ils hivernent ici dans les grottes. Mais comme vous êtes bien silencieux, vous ne les dérangez pas ». En effet, nous sommes six dans cette salle, mais on n’entend que le plic-plic-plic des gouttes d’eau qui s’écoulent de stalagtites en stalagmites. Une eau pure qui a traversé 80m de roches fissurées pour parvenir jusqu’à nos gobelets…

S’il risque un regard entre ses ailes, le petit rhinolophe voit des êtres étranges, pourvus de deux pieds, un trépied, et un unique œil lumineux, courbés sur un rectangle blanc ou noir où peu à peu des couleurs et des ombres s’efforcent de traduire la puissante et délicate beauté qui les entoure. Toutes les sept minutes, les lumières d’ambiance de la salle s’éteignent, et les êtres grommellent dans le noir, jusqu’à ce que l’un d’eux actionne la télécommande qui les rallume.

A l’extérieur, entre les tempêtes Eunice et Franklin, la Lesse est grosse au sortir du gouffre de Belvaux, il pleut et il vente : un temps à ne pas mettre un Urban Sketcher dehors ! Heureusement pour nos yeux qui clignent, éblouis, lorsque nous sortons des grottes de l’autre côté de la colline, après la visite de reconnaissance, à midi et en fin de journée.

Des mouflons, des biches, des aurochs paissent en contrebas dans la plaine. Ajoutant à l’atmosphère hors du temps, des chevaux de Przewalski nous observent un moment puis détalent au grand galop qui résonne dans la vallée.

Nos gentils organisateurs sortent le réchaud pour préparer du vin chaud pendant que nous regardons nos dessins, épatés par la diversité des expressions pour traduire une même scène pourtant primaire : des roches, de l’eau et un peu de lumière.

Cette expérience n’a rien à voir avec une visite touristique des grottes de Han : lorsqu’on observe pendant plusieurs heures et que l’on cherche à représenter les contrastes, les brillances, la profondeur, le charme opère pleinement et le temps disparaît.

« Les grottes sont des sorcières, elles m’ont enchantée dès ma première visite » nous dit Ewa qui nous a accueillis et guidés. Merci à elle, au domaine des Grottes de Han, à Julien et à Benoi qui ont organisé cette journée enchanteresse !

Sketches by Benoi Lacroix, Christelle Ros, Nathalie Renotte and Sonia Vande Velde

De kleine rhinolophus is zeldzaam in Europa; er zijn er nog slechts 300 in België. Twee mensen die ze tellen laten ze ons zien, kleine “ruitjes” van vier of vijf centimeter goed verpakt in hun zwarte vleugels, die met hun kleine vingertjes aan de rots hangen. “Ze overwinteren hier in de grotten. Maar omdat jullie heel stil zijn, storen jullie hen niet”. We zijn inderdaad met z’n zessen in deze kamer, maar het enige wat we kunnen horen is het plik-plik-plik van de waterdruppels die van stalagtiet naar stalagmiet stromen. Zuiver water dat door 80 meter gescheurde rots is gegaan om onze kopjes te bereiken…

Als hij een blik tussen zijn vleugels door waagt, ziet de kleine rhinolophus vreemde wezens, voorzien van twee voeten, een drievoet en een enkel lichtgevend oog, gebogen over een witte of zwarte rechthoek waarin beetje bij beetje kleuren en schaduwen de krachtige en delicate schoonheid die hen omringt trachten te vertalen. Om de zeven minuten gaat het omgevingslicht uit en zitten de wezens in het donker te mopperen, totdat een van hen de afstandsbediening bedient waarmee het licht weer aangaat.

Buiten, tussen de stormen Eunice en Franklin, is de Lesse zwaar aan het eind van de kloof van Belvaux, het regent en waait: een weer om een Urban Sketcher niet buiten te zetten! Gelukkig voor onze ogen, die verblind knipperen, als we na het verkenningsbezoek, ‘s middags en aan het eind van de dag, de grotten aan de andere kant van de heuvel verlaten.

Hieronder grazen dikhoornschapen, herten en oerossen op de vlakte. De paarden van Przewalski kijken ons een poosje aan en gaan er dan in galop vandoor, met een echo door het dal.

Onze vriendelijke organisatoren halen de kachel tevoorschijn om glühwein te maken terwijl wij naar onze tekeningen kijken, verbaasd over de verscheidenheid aan uitdrukkingen om hetzelfde basistafereel te vertalen: rotsen, water en een beetje licht.

Deze ervaring heeft niets te maken met een toeristisch bezoek aan de grotten van Han: wanneer men enkele uren observeert en probeert de contrasten, de glans, de diepte weer te geven, treedt de charme volledig in werking en verdwijnt de tijd.

“De grotten zijn heksen, ze betoverden me vanaf mijn eerste bezoek”, zegt Ewa die ons verwelkomde en rondleidde. Dank aan haar, aan het landgoed van de Grotten van Han, aan Julien en Benoi die deze betoverende dag hebben georganiseerd!